Afrika Journaal 1999

logoSplinterbeest

logoSplinterbeest

Afrika Journaal 1999


In februari dit jaar heb ik de reis naar de Serengeti in Tanzania gemaakt. Ik heb van mijn dagboek foto- en filmmateriaal, schilderijen en tekeningen het Afrikajournaal gemaakt. Ieder die me tijdens de voorbereidingen van mijn reis mentaal of op een andere manier heeft gesteund kreeg een exemplaar. AFRIKA-JOURNAAL: een impressie.



Aankomst in Afrika

1999 afrikajournaal
Het vliegtuig komt aan op de uitgestrekte vlakte (plains) aan de voet van de Kilimanjaro: de berg van het water. Dit is de hoogste berggroep van Afrika: de top meet 5800 meter boven de zeespiegel. Het voelt tropisch warm; het is om acht uur in de morgen al 25 graden. De hal van het vliegveld is een klein wit gebouw. Er staat een landrover voor me klaar; achter het stuur zit Mussa met wie ik vier weken zal optrekken. Op weg naar de stad Arusha staan bomen met gele en oranje bloesem. Langs de weg lopen mensen met gele jerrycans water op hun hoofd. Sommigen fietsen met hun jerrycan of vervoeren er een paar op hun ezel. We komen ook mensen tegen met manden bananen op hun hoofd. Sommige auto's zijn afgeladen met bananen En met mensen die over de rand lijken te vallen. Ik zie Afrikaanse hutten. Wat een indrukken! Het is nog moeilijk te beseffen, maar ik ben werkelijk in Afrika!

Ik kom aan bij een groot huis op een heuvel langs de weg naar Nairobi in het noorden van Arusha. Karibu (welkom) zegt de man die de deur voor me opent. Dit woord zal ik nog heel vaak horen, ook op weg naar Ndutu waar ik twee dagen later met Mussa naar toe rijd. Ndutu -350 kilometer van Arusha over moeilijk begaanbare wegen- is de plaats waar in deze tijd de jonge gnoes worden geboren. Onderweg komen we over de richel van de Ngorongorokrater (3000 meter hoog). Plotseling ontvouwt zich een prachtig groen landschap met andere kraters, bossen en het enorme zoutmeer Manjara. Alles: de bladeren van de bomen, de grasvlakten en het zoutmeer zijn roze-roodbruin van het vulkaanstof. En dan opeens gebeurt het. Daar zijn ze! De gnoes! Ik zie de dieren waar ik me jaren in heb verdiept in hún land: Afrika!